Om de eigenschappen van een rasterlaag te bekijken en in te stellen, dubbelklik op de naam van een rasterlaag in de legenda of selecteer de laag en gebruik de rechtermuisknop en kies Eigenschappen van het snelmenu:
Dit zal de dialoog Raster Laag Eigenschappen openen (zie figure_raster_1).
De dialoog bevat verschillende tabbladen:
Stijl
Transparantie
Kleurenkaart
Algemeen
Pyramiden
Figure Raster 1:
QGIS kan rasterlagen op twee verschillende manieren renderen (tekenen):
Enkelbands - ¨één band van de afbeelding zal in grijswaarden, pseudocolor of freak out worden getekend.
Driebands kleur - drie banden van de afbeelding zullen worden getekend waarbij elke band staat voor de rode, groene of blauwe component die worden gebruikt om een kleurenafbeelding op te bouwen.
Voor beide soorten rendering kan het kleurenpalet geïnverteerd (=omgedraaid) worden door het aanvinkvak .|checkbox| Inverteer kleurenpalet te activeren.
Enkelbands Renderen
Deze selectie geeft je twee mogelijkheden om uit te kiezen. Als eerste kun je de band kiezen die je wilt gebruiken voor het renderen (indien de dataset meer dan één band heeft).
De tweede optie geeft een selectie van beschikbare kleurentabellen om mee te renderen.
De volgende instellingen zijn beschikbaar via de uitklaplijst Kleurenpalet
Grijstinten (standaard)
Kleurenkaart
Wanneer de ‘Kleurenkaart’ wordt gekozen van de keuzelijst Kleurenpalet , dan wordt ook het tabblad Kleurenkaart actief. Voor meer informatie zie Kleurenkaart.
QGIS kan de getoonde data van een rasterlaag beperken tot alleen het tonen van die pixels waarvan de waarden binnen een gegeven standaard deviatie van het gemiddelde van de laag liggen.
Dit is handig wanneer één of twee cellen abnormaal hoge waarden bevatten in een rastergrid die een negatieve impact heeft op het renderen van het raster. Deze optie is alleen beschikbaar voor pseudocolor en freak out afbeeldingen.
Driebands kleur
Deze selectie geeft een groot aantal opties waarmee de weergave van de rasterlaag gewijzigd kan worden. Je kunt bijvoorbeeld de kleurenband van de standaard RGB-volgorde naar iets anders wijzigen.
Ook is het schalen van kleuren mogelijk.
Tip
Het tonen van een enkelbands of meerbands Raster
Wanneer je een enkele band raster wilt tonen (bijvoorbeeld de Rode) van een multibands afbeelding, zou je denken dat je de Groene en Blauwe band uitschakeld. Maar dit is niet de goede manier. Om de Rode band te tonen, zet het imagetype naar grijstinten en selecteer Rood als de te gebruiken band voor Grijstinten.
Contrastverhoging
Notitie
Wanneer een GRASS raster wordt toegevoegd, zal de optie Contrastverhoging altijd op automatisch gezet worden op stretch to min max ook al is er gekozen onder de QGIS algemene instellingen gekozen voor een andere waarde.
QGIS heeft de mogelijkheid om elke rasterlaag to tonen met verschillende transparantie percentages. Gebruik de transparantie schuifschaal om aan te geven in welke mate de onderliggende lagen zichtbaar worden onder de huidige rasterlaag. Dit komt goed van pas om verschillende rasterlagen over elkaar heen te leggen, bijvoorbeeld een schaduwrijke reliëfkaart met een geklassificeerde rasterkaart. Dat zal er voor zorgen dat de kaart er meer driedimensionaal uitziet.
Daarnaast kun je aangeven welke rasterwaarde als geen data behandeld moet worden. Dit kan handmatig ingegeven worden of via het icoon Waarden gebruiken uit de kaart.
En nog flexibelere manier om de transparantie te regelen kan gedaan worden via Aangepaste transparantie opties. De transparantie voor elke pixelwaarde kan hier worden ingesteld.
Als voorbeeld willen we de transparantie van het water van het voorbeeld rasterbestand landcover.tif instellen op 20%. Daarvoor zijn de volgende stappen nodig:
Laad het rasterbestand landcover.
Open de dialoog Eigenschappen door te dubbelklikken op de rasterlaag in de legenda of via het snelmenu die via de rechtermuisknop in de legenda geopend wordt voor geselecteerde rasterlaag en te kiezen voor Eigenschappen.
Selecteer het tabblad Transparantie
Klik op de knop Voeg handmatig waarden toe. En nieuwe regel zal worden toegevoegd aan de Transparantie pixellijst.
Geef de raster waarde (we gebruiken hier 0) en pas daarvan de transparatie aan naar 20 %.
Druk op de knop [Apply] en controleer het resultaat van de kaart.
Stappen 4 en 5 kunnen herhaald worden om meer waarden toe te voegen met een aangepaste transparantie.
Het is eenvoudig om een aangepaste transparantie op te zetten, maar dit is aardig wat werk. De knop Naar bestand exporteren geeft dan ook de mogelijkheid om de Transparantie pixellijst op te slaan naar bestand. Met de knop van bestand importeren kun de transparantie lijst weer laden en wordt deze toegepast op de huidige rasterlaag.
Het tabblad Kleurenkaart is alleen beschikbaar wanneer je hebt gekozen het raster als enkelbands te renderen binnen het tabblad Stijl (zie Tabblad Stijl).
Er zijn drie manieren van kleurinterpolatie mogelijk:
Discreet
Lineair
De knop [Item toevoegen] voegt een kleur toe aan een kleurentabel. De knop [Item verwijderen] verwijderd een kleur van een kleurentabel en de knop [Sorteren] sorteert de kleurentabel op basis van de pixelwaarde gegeven in de kolom Waarde. Door te dubbelklikken op de kolom Waarde kun je ook een specifieke waarde toevoegen. Door te dubbelklikken op de kolom Kleur opent de dialoog Select Color waarin je een kleur kunt kiezen die van toepassing is op gegeven waarde.. Daarnaast kun je ook elke kleur een Label geven maar deze waarde zal niet getoond worden wanneer de tool Objecten Identificeren wordt gebruikt.
De knop Laad kleurenpalet van band , zal proberen om de kleurentabel van de rasterkaart te laden (wanneer die een band heeft). Je kunt de knoppen Exporteer kleurenpalet naar bestand en Laad kleurenpalet van bestand gebruiken om een kleurentabel te exporteren en weer in te laden.
Via het menuonderdeel Genereer nieuw kleurenpalet kun je een nieuwe gecategoriseerde kleurtabel aanmaken. Je hoeft alleen het veld aantal entries in te vullen, druk daarna op de knop Classificeren. Momenteel is er slecht een keuzemogelijkheid voor het keuzeveld Classificatie modus - gelijk interval
Het tabblad Algemeen toont informatie over de geselecteerde rasterlaag, waaronder de bron en de naam waarmee deze in de legenda wordt weergegeven (wat kan worden aangepast). Dit tabblad toont ook een ‘thumbnail’, een kleine afbeelding van de laag, het gebruikte legenda symbool en het kleurenpalet.
Daarnaast kunnen schaalafhankelijke zichtbaarheden worden ingesteld in dit tabblad. Vink daarvoor het aanvinkvak schaalafhankelijke zichtbaarheid aan en stel het bereik van de schalen waarvoor de data getoond moet worden op de kaart.
Ook het Coordinaten Referentie Systeem (CRS) wordt hier weergegeven als een PROJ.4-tekst. Deze kan worden aangepast via de knop [Opgeven...].
Het tabblad Metadata toont veel informatie over de rasterlaag, inclusief statistieken over elke band in de huidige rasterlaag. Statistieken worden verzameld wanneer nodig, het is dus best mogelijk dat voor een gegeven laag de statistieken nog niet zijn verzameld of inmiddels verouderd zijn.
Dit tabblad is hoofdzakelijk ter informatie. Je kunt geen gegevens wijzigen binnen dit tabblad.
Rasterlagen met een hoge resolutie, kunnen het navigeren binnen QGIS langzaam maken. Door het aanmaken van lagere resolutie kopiëen (pyramiden), kan de performance van QGIS aanzienlijk worden verbeterd aangezien QGIS de kopie met de meest geschikte resolutie selecteerd voor elk zoom niveau.
Je moet schrijfrechten hebben op de folder waarin de originel rasterdata is opgeslagen om pyramiden te bouwen.
Verschilldende resampling methoden kunnen worden gebruikt om pyramiden te berekenen:
Gemiddelde
Wanneer het aanvinkvak Interne pyramiden aanmaken indien mogelijk is geactiveerd zal QGIS de pyramiden intern in de rasterdata zelf op te slaan.
Merk op dat het bouwen van pyramiden de originele databestanden kan veranderen en dat interne aangemaakt pyramiden niet meer verwijderd kunnen worden. Het is dan ook altijd verstandig om van het origineel (zonder pyramiden) eerst een kopie te maken en te bewaren.
Het tabblad Histogram toont de verdeling van de banden of kleuren in de rasterlaag. Deze grafieken worden automatisch aangemaakt wanneer het tabblad Histogram. Alle bestaande banden worden gezamelijk getoond. Van het histogram kan een afbeelding worden opgeslagen met de knop mActionFileSave|.