Wanneer QGIS start zal de volgende gebruikersinterface getoond worden (de nummers 1 tot 5 in het geel refereren naar 5 belangrijke onderdelen van de gebruikersinterface):
Figure QGIS GUI 1:
Notitie
Dit kan enigszins afwijken afhankelijk onder welk platform QGIS draait en welke window manager je gebruikt of hoe deze is ingesteld.
De QGIS gebruikersinterface is onderverdeeld in 5 gebieden:
Menubalk
Werkbalk
Legenda
Kaartbeeld
Statusbalk
Deze vijf onderdelen worden in de volgende subparagrafen in detail beschreven. Daarnaast wordt in twee subparagrafen de snelkoppelingen en de context helpfunctie beschreven.
De werkbalken geven toegang tot de meeste functies die je ook terugvindt in de menu-structuur. Elke knop op de werkbalk heeft ook een tooltip, informatie die na een tijdje automatisch verschijnt wanneer je de muisaanwijzer er even boven houdt.
Elke werkbalk kan verplaatst worden en zowel verticaal als horizontaal geplaatst worden waar jij wilt, tussen de menubalk bovenin en de statusbalk onderin. Daarnaast kun je werkbalken tijdelijk verwijderen via het popup-menu, die verschijnt wanneer je de rechtermuisknop indrukt wanneer de muisaanwijzer zich boven een werkbalk bevindt (zie ook Panelen en Werkbalken).
Tip
Werkbalken weer terugzetten
Wanneer je per ongeluk al je werkbalken hebt verwijderd, dan kun je ze weer terugzetten via de menukeuze Instellingen ‣ Werkbalken ‣. Wanneer een werkbalk verdwenen is onder Windows, wat blijkbaar wel eens gebeurt, dan kun je dat ook oplossen door de registry key \HKEY_CURRENT_USER\Software\QuantumGIS\qgis\UI\state te verwijderen uit de registry. Wanneer je vervolgens QGIS opnieuw start zullen de werkbalken weer zichtbaar zijn.
Het paneel met de legenda bevat een lijst met alle geladen kaartlagen in het project. Het aanvinkvakje voor elke laag kan gebruikt worden om een laag aan of uit te zetten.
Een laag kan na selectie hoger of lager in de lijst gezet worden door deze te slepen met ingedrukte linker- muisknop. Hoe hoger in de lijst, hoe later deze laag getekend wordt. De bovenste kaartlaag wordt dan ook over alle andere kaartlagen getekend.
Lagen in het Legenda venster, kunnen georganiseerd worden in groepen. Er zijn twee manieren om dit te doen:
Start, door in de legenda op de rechtermuisknop in te drukken, het snelmenu op en kies daarin voor Groep toevoegen.Vervolgens kun je de groep een naam geven en op Enter drukken.
Selecteer enkele lagen, start met de rechtermuisknop het snelmenu vanuit het paneel van de legenda en kies Groep geselecteerd. De geselecteerde lagen zullen automatisch aan de nieuwe groep worden toegevoegd.
Om een laag uit een groep te halen kun je deze eruit slepen, of door een laag in een groep te selecteren en dan via de rechtermuis het snelmenu te openen en te kiezen voor Maak hier een toplevel item van. Een groep kan groepen bevatten.
Met het aanvinkvakje kun je ineens de zichtbaarheid van alle lagen die behoren tot die groep aan- of uitzetten.
De inhoud van het snelmenu, die je met de rechtermuisknop kunt oproepen voor een geselecteerde legenda object, is afhankelijk van wat voor laag je selecteert. Deze is anders voor vector of raster kaartlagen en wanneer het een GRASS vector laag betreft ontbreekt de menu-optie bewerken aan/uitzetten. Zie section Digitizing and editing a GRASS vector layer voor informatie hoe je GRASS vector kaartlagen kunt bewerken.
Snelmenu onder rechtermuisknop voor raster lagen
Zoom naar laagextent
Zoom naar beste schaal (100%)
Toon in overzichtskaart
Verwijder
Instellen laag-CRS
Project CRS van kaartlaag overnemen
Eigenschappen
Hernoem
Kopiëer stijl
Nieuwe Groep toevoegen
Alles uitklappen
Alles inklappen
Vernieuw volgorde tekenen
Aanvullen, volgens laagpositie en selectie
Maak hier een ‘top level’ item van
Groep geselecteerd
Snelmenu onder Rechter muisknop voor vector lagen
Zoom naar laagextent
Toon in overzichtskaart
Verwijder
Instellen laag-CRS
Project CRS van kaartlaag overnemen
Open attributentabel
Bewerken aan/uitzetten (niet beschikbaar voor GRASS lagen)
Opslaan Als...
Selectie opslaan als...
Aantal kaartobjecten tonen
Eigenschappen
Hernoem
Kopiëer stijl
Nieuwe Groep toevoegen
Alles uitklappen
Alles inklappen
Vernieuw volgorde tekenen
Aanvullen, volgens laagpositie en selectie
Maak hier een ‘top level’ item van
Groep geselecteerd
Snelmenu onder rechtermuisknop voor laag groepen
Zoom naar groep
Verwijder
Instellen groep-CRS
Hernoem
Nieuwe Groep toevoegen
Alles uitklappen
Alles inklappen
Vernieuw volgorde tekenen
Het is mogelijk om meer dan een laag of groep tegelijkertijd te selecteren door de Ctrl -toets vast te houden tijdens het selecteren van lagen met de linkermuisknop. Je kunt dan ineens alles wat je geselecteerd hebt verplaatsen naar een groep.
Je kunt ook meer dan een laag en/of groep tegelijkertijd verwijderen door deze te selecteren met ingehouden Ctrl -toets en daarna de toetsencombinatie Ctrl+D te gebruiken. Dan zullen alle geselecteerde lagen en/of groepen verwijderd worden van de legenda met kaartlagen.
Sinds QGIS versie 1.8 is er een paneel waarmee je de tekenvolgorde onafhankelijk van de legenda kunt aangeven. Dit paneel kan geactiveerd worden via de menu’s Instellingen ‣ Panelen en activeer Laag volgorde. Bepaal de tekenvolgorde van de lagen in het paneel Laag Volgorde. Vervolgens kun je in de legenda de groepen anders indelen, waarbij deze lagen toch in de goede volgorde worden getekend (zie figure_layer_order). Wanneer onderin het panel van de legenda, het aanvinkvak Rendervolgorde controleren uitgezet wordt, dan geldt alleen de tekenvolgorde van de legenda.
Figure Layer Order:
Het kaartbeeld is deel van QGIS waar het resultaat van de QGIS - de kaarten worden getoond! De kaart die getoond word is afhankelijk van de geladen vector en rasterkaarten (zie volgende onderwerpen voor meer informatie hoe kaartlagen geladen worden). Men kan het kaartbeeld verschuiven of erop inzoomen of uitzoomen. Men kan er verschillende dingen doen met het kaartbeeld. De legenda van kaartlagen en het kaartbeeld hebben een sterke relatie met elkaar. Het kaartbeeld veranderd direct wanneer je lagen in de legenda wijzigt.
Tip
Het kaartbeeld in/uitzoomen met het muiswieltje
Met het muiswieltje kun je in- en uitzoomen op de kaart. Plaats de muisaanwijzer in het kaartbeeld en roll het wieltje naar voren (van je af) om in te zoomen en achteruit (naar je toe) om uit te zoomen. De plaats van de muisaanwijzer is de plaats waar het in/uitzoomen gebeurd. Je kunt het gedrag van de muiswieltje instellen in het Opties menu Instellingen ‣ Opties in het tabblad Kaart gereedschap.
Tip
Verschuiven van het kaartbeeld met de pijltjestoetsen en de spatiebalk
Je kunt de pijtljestoetsen gebruiken om het kaartbeeld te verschuiven. Plaats de muisaanwijzer in het kaartbeeld en druk op de toets met het linkerpijltje/rechterpijltje om het kaartbeeld naar west/oost te verschuiven of pijltje omhoog/pijltje omlaag om deze naar noord/zuid te verschuiven. Maar je kunt ook de spatiebalk gebruiken om het kaartbeeld te verschuiven! Hou deze ingedrukt en met de muisaanwijzer kun je het kaartbeeld verschuiven in gewenste richting.
De statusbak laat o.a. de huidige positie in kaartcoördinaten zien. Wanneer je de muisaanwijzer over kaart heenbeweegt, worden de coordinaten van de muisaanwijzer direct getoond. Links van de plaats waar de coördinaten wordt getoond op de statusbalk is een knop waarmee je kunt wisselen tussen Coöordinaat en Extents. De Extents laat de coördinaten van linkeronderhoek en rechterbovenhoek zien van wat er in het kaartbeeld getoond wordt welke veranderd wanneer je het kaartbeeld wijzigt door deze te verschuiven of door in/uitzoomen.
Naast het getoonde coordinaat wordt de schaal getoond. Hier kun je de huidige schaal zien van het kaartbeeld. Sinds QGIS 1.8 is er ook een keuzelijst van voorgedefinieerde schalen toegevoegd van schaal 1:500 tot 1:1000000. Behalve dat je een schaal kunt kiezen kun je hier ook zelf een schaal ingeven waarna het kaartbeeld in die schaal getoond zal worden.
Op de statusbalk bevindt zich ook een voortgangsbalkje waarmee de voortgang kan worden gezien wanneer het kaart opnieuw wordt opgebouwd (het renderen van de kaart). In enkele andere gevallen wordt de voort- gangsbalk ingezet voor het tonen van de voortgang van andere processen die meer tijd in beslagnemen, zoals het verzamelen van statistieken over rasterlagen.
Wanneer er een nieuwe plugin of een update van een plugin beschikbaar is zal dit bekend worden gemaakt via de statusbalk. Aan de rechterkant van de statusbalk kan men via een aanvinkvakje aangeven of je het opnieuw opbouwen van het kaartbeeld even wilt stoppen (zie Renderen onderaan). Het icoontje stopt onmiddeling het renderen van de kaart.
Helemaal aan de rechterkant van de statusbalk kan men de EPSG code van het huidige gebruikte coördinaten referentie systeem zien. Daarnaast bevindt zich een icoontje waarmee je direkt toegang hebt tot het tabblad Ruimtelijk Referentie Systeem van het menu Projectinstellingen zodat je deze kunt bekijken/aanpassen.
Tip
Rekenen met de correcte schaal in het kaartbeeld
Wanneer je QGIS voor het eerst start, worden standaard de eenheid graden gebruikt en worden de coördinaten in graden weergegeven. Men kan de eenheid omzetten van graden naar meters in het tabblad Algemeen onder Instellingen ‣ Projectinstellingen of je kunt de project coordinaten referentie systeem wijzigen via het icoontje CRS status helemaal aan de rechterkant van de statusbalk. Wanneer het nieuwe coordinaten referentie systeem in de definitie een eenheid bevat, bijvoorbeeld ’+units=m’, dan wordt de gebruikte eenheid van het kaartbeeld hier ook direct door aangepast.