12.2. Symbool selecteren

Symbool selecteren is het belangrijkste dialoogvenster om een symbool te ontwerpen. U kunt symbolen voor markeringen, lijn of vulling maken of bewerken.

../../../_images/symbolselector.png

Fig. 12.8 Een symbool Lijn ontwerpen

Twee belangrijke componenten structureren het dialoogvenster Symbool selecteren:

  • de boom met symbolen, die symboollagen weergeeft die achteraf zijn gecombineerd om een nieuw globaal symbool vorm te geven

  • en instellingen om de geselecteerde symboollaag in de boom te configureren.

12.2.1. De boom voor de symboollagen

Een symbool kan bestaan uit verscheidene Symboollagen. De boom van de symboollagen geeft het overzicht weer van deze symboollagen, die achteraf worden gecombineerd om een nieuw globaal symbool vorm te geven. Daarnaast wordt een dynamische weergave van het symbool bijgewerkt, zodra eigenschappen van het symbool wijzigen.

Afhankelijk van het geselecteerde niveau, in items van de boom van de symboollagen, zijn verschillende gereedschappen beschikbaar gemaakt om u te helpen de boom te beheren:

  • signPlus een nieuwe symboollaag toevoegen: u mag net zoveel symbolen stapelen als u wilt

  • signMinus de geselecteerde symboollaag verwijderen

  • kleuren van de symboollaag vergrendelen: een locked vergrendelde kleur blijft ongewijzigd als de gebruiker de kleur wijzigt op het globale (of bovenste) niveau van het symbool

  • duplicateLayer een (groep van) symboolla(a)g(en) dupliceren

  • de symboollaag naar boven of beneden verplaatsen

12.2.2. Een symbool configureren

In QGIS wordt het configureren van een symbool uitgevoerd in twee stappen: het symbool en dan de symboollaag.

12.2.2.1. Het symbool

Op het bovenste niveau van de boom, het is afhankelijk van de geometrie van de laag en kan zijn van het type Markering, Lijn of Vulling. Elk symbool kan één op meer symbolen (inclusief van elk ander type) of symboollagen inbedden.

U kunt enkele parameters instellen die van toepassing zijn op het globale symbool:

  • Eenheid: dit kan zijn Millimeters, Punten, Pixels, Meters op schaal, Kaarteenheden of Inches (bekijk Eenheid selecteren voor meer details)

  • Doorzichtbaarheid

  • Kleur: wanneer deze parameter wordt gewijzigd door de gebruiker, wordt de waarde ervan doorgeëchood naar alle niet vergrendelde kleuren van subsymbolen

  • Grootte en Rotatie voor markeringssymbolen

  • Breedte voor lijnsymbolen

    Tip

    Gebruik de eigenschappen Grootte (voor markeringssymbolen) of Breedte (voor lijnsymbolen) op het niveau van het symbool om de grootte van al zijn ingebedde dimensies van symboollagen proportioneel te wijzigen.

    Notitie

    De knop Data-bepaalde ‘override’ naast de parameters Breedte, Grootte of Rotatie is inactief bij het instellen van het symbool vanuit het dialoogvenster Stijlmanager. Wanneer het symbool wordt verbonden aan een kaartlaag, helpt deze knop u bij het maken van proportionele of multivariatie analyse rendering.

  • Een voorbeeld van de De Stijlmanager: Symbolen van hetzelfde type worden weergegeven en kunnen, met de bewerkbare keuzelijst er net boven, worden gefilterd met vrije-vorm-tekst of op categorieën. U kunt de lijst met symbolen ook bijwerken met de knop styleManager Stijlmanager en het dialoogvenster voor eponiemen openen. Daar kunt u elk van de mogelijkheden gebruiken die worden weergegeven in het gedeelte De Stijlmanager.

    De symbolen worden weergegeven, ofwel:

    • in een lijst met pictogrammen (met miniatuur, naam en geassocieerde tags) met de knop openTable Lijstweergave onder het frame;

    • of als een voorbeeld van het pictogram met de knop iconView Pictogramweergave.

  • Druk op de knop Symbool opslaan om het bewerkte symbool toe te voegen aan de symbolenbibliotheek.

  • Met de optie selectString Geavanceerd kunt u:

    • voor symbolen Lijn en Vulling, Objecten naar kaartbereik clippen.

    • voor symbolen Vulling Oriëntatie voor Rechterhand-regel forceren: maakt het mogelijk te forceren dat gerenderde symbolen voor vulling de standaard “rechterhand-regel” volgen voor oriëntatie van ringen (d.i. polygonen waarvan de ring voor het exterieur met de regels van de klok meegaat, en de ringen voor het interieur allemaal tegen de wijzers van de klok in gaan).

      Het repareren van de oriëntatie wordt alleen tijdens het renderen toegepast, en de originele geometrie van het object wordt niet gewijzigd. Dit maakt het maken van symbolen voor vulling met een consistent uiterlijk mogelijk, ongeacht het renderen van de gegevensset en de oriëntatie van de ringen van individuele objecten.

    • Afhankelijk van de symbologie van de laag waarop een symbool wordt toegepast, zijn aanvullende instellingen beschikbaar in het menu Geavanceerd:

12.2.2.2. De symboollaag

Op een lager niveau van de boom kunt u de symboollagen aanpassen. De beschikbare typen symboollaag zijn afhankelijk van het bovenste type symbool. U kunt paintEffects tekeneffecten toepassen op de symboollaag om het renderen ervan te verbeteren.

Omdat het beschrijven van alle opties van alle typen symboollagen niet mogelijk is, worden hieronder alleen bepaalde en significante vermeld.

12.2.2.2.1. Algemene parameters

Enkele algemene opties en widgets zijn beschikbaar om een symboollaag te bouwen, ongeacht het subtype Markering, Lijn of Vulling:

  • de widget Kleur selecteren om het bewerken van kleuren makkelijk te maken

  • Eenheid: dit kan zijn Millimeters, Punten, Pixels, Meters op schaal, Kaarteenheden of Inches (bekijk Eenheid selecteren voor meer details)

  • de widget dataDefined Data-bepaalde ‘override’ bij bijna alle opties, wat de mogelijkheden voor het aanpassen van elk symbool uitbreidt (bekijk Data-bepaalde ‘override’ instellen voor meer informatie)

  • de optie checkbox Laag inschakelen beheert de zichtbaarheid van de symboollaag. Uitgeschakelde symboollagen worden niet getekend bij het renderen van het symbool, maar worden opgeslagen in het symbool. Het kunnen verbergen van symboollagen is handig bij het zoeken naar het beste ontwerp van uw symbool, omdat u er geen hoeft te verwijderen bij het testen. De data-bepaalde ‘override’ maakt het dan mogelijk om verschillende symboollagen te verbergen of weer te geven, gebaseerd op expressies (met behulp van bijvoorbeeld attributen van objecten).

  • de knop checkbox Tekeneffecten voor renderen van effecten.

Notitie

Hoewel de beschrijving hieronder er van uitgaat dat het type symboollaag is gebonden aan de geometrie van het object, onthoud dat u symboollagen in elkaar kunt inbedden. In dat geval zou de parameter voor het onderste niveau van de symboollaag (plaatsing, verschuiving…) kunnen worden gebonden aan het symbool op het bovenste niveau, en niet aan de geometrie van het object zelf.

12.2.2.2.2. Markeringssymbolen

Toepasselijk voor geometrieobjecten punt hebben markeringssymbolen verscheidene Symboollaagtypen:

  • Standaard symbool (standaard)

    ../../../_images/simpleMarkerSymbol.png

    Fig. 12.9 Een standaard markeringssymbool ontwerpen

  • Ellips-markering: een standaard markeringssymboollaag, met aan te passen breedte en hoogte

  • Gevulde markering: soortgelijk aan de standaard markeringssymboollaag, met de uitzondering dat het een subsymbool voor vulling gebruikt om de markering te renderen. Dit maakt het mogelijk alle bestaande stijlen van QGIS voor vulling (en dikte) voor het renderen van markeringen te gebruiken, bijv. vulling kleurverloop of shapeburst.

  • Lettertype-symbool: geïnstalleerde lettertypen als markeringssymbolen gebruiken

  • Geometrie-generator (bekijk De Geometrie-generator)

  • Markering rasterafbeelding: gebruiken van een afbeelding (PNG, JPG, BMP …) als markeringssymbool. De afbeelding mag een bestand op schijf zijn, een URL op afstand of ingebed in de stijldatabase (meer details). Breedte en hoogte van de afbeelding kunnen afzonderlijk worden ingesteld of gebruik lockedGray Verhoudingen aspect vastzetten.

  • Markering vectorveld (bekijk De markering Vectorveld)

  • SVG-symbool: verschaft u afbeeldingen uit uw paden voor SVG (ingesteld in menu Extra ▶ Opties… ▶ Systeem) om te renderen als markeringssymbool. Breedte en hoogte van het symbool kunnen onafhankelijk worden ingesteld of met lockedGray Verhoudingen aspect vastzetten. Elke kleur en dikte van een SVG-bestand kan ook worden aangepast. De afbeelding mag een bestand op schijf zijn, een URL op afstand of ingebed in de stijldatabase (meer details).

    Notitie

    Vereisten voor versie van SVG

    QGIS rendert SVG-bestanden die het SVG Tiny 1.2 profiel volgen, bedoeld voor het implementeren op een bereik aan apparaten, van mobiele telefoons en PDA’s tot en met laptop- en desktopcomputers, en dus bevat het een subset van de mogelijkheden die zijn opgenomen in SVG 1.1 Full, naast de nieuwe mogelijkheden om de mogelijkheden van SVG uit te breiden.

    Sommige mogelijkheden, die niet zijn opgenomen in deze specificaties, zouden misschien niet correct worden gerenderd in QGIS.

    Tip

    Aanpassen van SVG-symbolen inschakelen

    U moet, om de mogelijkheid te hebben om de kleuren van een SVG-symbool te wijzigen, de plaatsvervangers param(fill) voor vulkleur, param(outline) voor lijnkleur en param(outline-width) voor lijndikte toevoegen. Deze plaatsvervangers mogen, optioneel, worden gevolgd door een stadaardwaarde, bijv.:

    <svg width="100%" height="100%">
    <rect fill="param(fill) #ff0000" stroke="param(outline) #00ff00" stroke-width="param(outline-width) 10" width="100" height="100">
    </rect>
    </svg>
    

12.2.2.2.3. Symbolen Lijn

Toepasselijk voor geometrieobjecten lijn hebben symbolen lijn verscheidene Symboollaagtypen:

  • Doorgetrokken lijn (standaard): beschikbare instellingen zijn:

    ../../../_images/simpleLineSymbol.png

    Fig. 12.10 Een symbool Doorgetrokken lijn ontwerpen

    Het symboollaagtype Doorgetrokken lijn heeft veel dezelfde eigenschappen als het standaard markeringssymbool, en, in aanvulling daarop:

    • Eindstijl

    • checkbox Gebruik aangepast lijnpatroon: overschrijft de instelling Lijnstijl door een aangepast streepje.

  • Pijl: tekent lijnen als gebogen (of niet) pijlen met één enkele of dubbele kop met aan te passen breedte, lengte en dikte. Het object Lijn moet, om een gebogen pijl te maken, minstens drie punten hebben. Het gebruikt ook een symbool voor de vulling, zoals kleurverlopen of shapeburst om het lichaam van de pijl te renderen. Gecombineerd met de geometrie-generator helpt dit type laagsymbool u om stroomkaarten weer te geven.

  • Geometrie-generator (bekijk De Geometrie-generator)

  • Symbolenlijn: herhaalt een markeringssymbool over de lengte van een lijn.

    • De plaatsing van de markeringen kan op regelmatige afstanden of gebaseerd op de geometrie van de lijn: eerste, laatste of elk punt, op het centrale punt van de lijn of van elk segment, of op elk punt van de boog.

    • De plaatsing van de markeringen kan ook een verschuiving langs de lijn worden gegeven

    • De optie checkbox Markering draaien zodat die de lijnrichting volgt maakt het mogelijk in te stellen of elk markeringssymbool zou moeten worden georiënteerd, relatief ten opzichte van de richting van de lijn of niet.

      Omdat een lijn vaak een opeenvolging is van segmenten van verschillende richtingen, wordt het draaien van de markering berekend door het middelen van een gespecificeerde afstand langs de lijn. Instellen van, bijvoorbeeld, de eigenschap Gemiddelde hoek over op 4mm betekent dat de twee punten langs de lijn, die 2mm vóór en achter de plaatsing van het symbool liggen, worden gebruikt om de hoek voor de lijn te berekenen voor dat markeringssymbool. Dit heeft het effect van glad maken (of verwijderen) van enkele kleine lokale afwijkingen van de algehele richting van de lijn, wat resulteert in veel nettere visuele oriëntaties van de symbolen van de markeringslijn.

    • De markeringslijn kan ook worden verschoven vanaf de lijn zelf.

  • Gestreepte lijn: herhaalt een lijnsegment (een streep) over de lengte van een lijnsymbool, met een lijn subsymbool dat wordt gebruikt voor het renderen van elk individueel segment. Met andere woorden, een gestreepte lijn lijkt op ene markeringslijn waarin markeringssymbolen zijn vervangen door segmenten. Als zodanig hebben de gestreepte lijnen dezelfde eigenschappen als symbolen voor markeringslijnen, naast:

    • Lengte van streepjes

    • Rotatie van streepjes

    ../../../_images/hashedLineSymbol.png

    Fig. 12.11 Voorbeeld van gestreepte lijnen

12.2.2.2.4. Standaard vulling

Toepasselijk voor geometrieobjecten polygoon hebben standaard vullingen ook verscheidene symboollaagtypen:

  • Standaard vulling (standaard): vult een polygoon met een uniforme kleur

    ../../../_images/simpleFillSymbol.png

    Fig. 12.12 Een symbool Standaard vulling ontwerpen

  • Vuling centroïde: plaatst een markeringssymbool op het zwaartepunt van het zichtbare object. De positie van de markering mag niet het echte zwaartepunt van het object zijn, omdat de berekening rekening houdt met de polygo(o)n(en) die zijn geclipt tot het zichtbare gebied in het kaartvenster voor renderen en gaten negeert. Gebruik het symbool geometrie-generator als u het exacte zwaartepunt wilt.

    De markering(en) kunnen worden geplaatst op elk deel van een meerdelig object of alleen op het grootste deel ervan, en binnen de polygoon worden geforceerd.

  • Geometrie-generator (bekijk De Geometrie-generator)

  • Geleidelijke vulling: gebruikt een radiaal, lineair of conisch kleurverloop, gebaseerd op ofwel eenvoudige tweekleurige kleurverlopen of een vooraf gedefinieerd kleurverloop om polygonen te vullen. Het kleurverloop kan worden gedraaid en toegepast op basis van één enkel object of over het gehele kaartbereik. Ook kunnen begin- en eindpunten worden ingesteld via coördinaten of met het zwaartepunt (van object of kaart);

  • Lijnpatroonvulling: vult de polygoon met een gearceerd patroon van lijnsymboollagen. U kunt een rotatie, de ruimte tussen lijnen en een verschuiving vanaf de grens van een object instellen;

  • Puntpatroonvulling: vult de polygoon met een gearceerd patroon van markeringssymboollaag. U kunt de afstand en plaatsing tussen rijen van markeringen en een verschuiving vanaf de grens van het object instellen;

  • Vulling rasterafbeelding: vult de polygoon met tegels van een rasterafbeelding (PNG JPG, BMP …). De afbeelding mag een bestand op schijf zijn, een URL op afstand of een ingebed bestand dat is gecodeerd als een tekenreeks (meer details). Opties omvatten (data-bepaald) doorzichtbaarheid, breedte afbeelding, modus voor coördinaten (object of zichtgebied), rotatie en verschuiving.

  • SVG-vulling: vult de polygoon met SVG-markeringen;

  • Shapeburst-vulling: buffert een vulling van een kleurverloop, waar een kleurverloop wordt getekend vanaf de grens van een polygoon naar het midden van de polygoon. Parameters die kunnen worden geconfigureerd omvatten afstand vanaf de grens die moet worden geschaduwd, gebruiken van kleurverlopen of eenvoudige tweekleurige verlopen, optioneel vervagen van de vulling en verschuivingen;

  • Rand: Pijl: gebruikt een lijnlaag pijlsymbool om de grens van de polygoon weer te geven;

  • Rand: Gestreepte lijn: gebruikt een laag gestreepte lijn-symbool om de grens van de polygoon weer te geven (de interieurringen, de exterieurring of alle ringen).

  • Rand: Markeringslijn: gebruikt een symboollaag markeringslijn om de grens van de polygoon weer te geven (de interieurringen, de exterieurring of alle ringen).

  • Rand: Doorgetrokken lijn: gebruikt een symboollaag Doorgetrokken lijn om de grens van de polygoon weer te geven (de interieurringen, de exterieurring of alle ringen). De optie Teken lijn alleen binnen polygoon geeft de grenzen van de polygoon weer binnen de polygoon en kan nuttig zijn om aanliggende grenzen van polygonen helder weer te geven.

Notitie

Als het type geometrie polygoon is, kunt u er voor kiezen om het automatisch clippen van lijnen/polygonen tot het kaartbereik uit te schakelen. In sommige gevallen resulteert dit clippen tot ongewenste symbologie (bijv. vullingen centroïde waarbij de centroïde altijd het feitelijke zwaartepunt van het object moet zijn).

12.2.2.2.5. De Geometrie-generator

Beschikbaar met alle typen symbolen, maakt de symboollaag Geometrie-generator het mogelijk syntaxis voor expressies te gebruiken om direct een geometrie te maken, gedurende het proces van renderen. De resulterende geometrie hoeft niet overeen te komen met het originele type geometrie en u kunt verscheidene, verschillend aangepaste, symboollagen boven op elkaar toevoegen.

Enkele voorbeelden:

-- render the centroid of a feature
centroid( $geometry )

-- visually overlap features within a 100 map units distance from a point
-- feature, i.e generate a 100m buffer around the point
buffer( $geometry, 100 )

-- Given polygon layer1( id1, layer2_id, ...) and layer2( id2, fieldn...)
-- render layer1 with a line joining centroids of both where layer2_id = id2
make_line( centroid( $geometry ),
           centroid( geometry( get_feature( 'layer2', 'id2', attribute(
               $currentfeature, 'layer2_id') ) )
         )

-- Create a nice radial effect of points surrounding the central feature
-- point when used as a MultiPoint geometry generator
collect_geometries(
  array_foreach(
    generate_series( 0, 330, 30 ),
      project( $geometry, .2, radians( @element ) )
  )
)

12.2.2.2.6. De markering Vectorveld

De Markering vectorveld wordt gebruikt om gegevens uit vectorvelden weer te geven, zoals vervorming van de aarde, getijdenstromen, enzovoort. Het geeft de vectors weer als lijnen (bij voorkeur pijlen) die worden geschaald en in richting geplaatst, overeenkomstig geselecteerde attributen van gegevenspunten. Het kan alleen worden gebruikt om puntgegevens te renderen; lijn en polygoonlagen worden bij deze symbologie niet getekend.

Het vectorveld wordt gedefinieerd door attributen in de gegevens, die het veld kunnen weergeven als:

  • Cartesiaanse componenten (X- en Y-componenten van het veld)

  • of polaire coördinaten: in dit geval definiëren attributen Lengte en Hoek. De hoek kan worden gemeten ofwel met de wijzers van de klok mee vanuit het noorden, of tegen de wijzers van de klok in vanuit het oosten, en mogen in radialen of graden zijn.

  • of als gegevens Alleen hoogte, die een verticale pijl weergeven, geschaald met behulp van een attribuut van de gegevens. Dit is bijvoorbeeld toepasbaar voor het weergeven van de verticale component van vervorming.

De grootte van het veld kan omhoog of omlaag worden geschaald tot een toepasselijke grootte voor het bekijken van het veld.