17.3. Het framework Processing instellen

Het eerste om te doen, vóór het framework Processing te kunnen gebruiken, is om het te configureren. Er is niet veel in te stellen, dus dit is een eenvoudige taak.

Later zullen we laten zien hoe de externe toepassingen te configureren die worden gebruikt om de lijst met beschikbare algoritmen uit te breiden, maar voor nu gaan we alleen met het framework zelf werken.

Het framework Processing is een bronplug-in voor QGIS, wat betekent dat, als u QGIS 2.0 draait, het al op uw systeem geïnstalleerd zou moeten zijn, omdat het is opgenomen in QGIS. In het geval dat het actief is zou u een menu, genaamd Processing, in uw menubalk moeten zien. Daar zult u toegang vinden tot alle componenten van het framework.

../../../_images/menu1.png

Als u dat menu niet kunt vinden, dient u de plug-in in te schakelen door te gaan naar Beheer en installeer plug-ins en het te activeren.

../../../_images/installer.png

Het belangrijkste element waarmee we zullen gaan werken is de Toolbox. Klik op het overeenkomende item van het menu en u zult de vastgezette Toolbox zien aan de rechterkant van het venster van QGIS.

../../../_images/toolbox2.png

De Toolbox bevat een lijst van beschikbare algoritmen, verdeeld in groepen. Er zijn twee manieren om deze algoritmen weer te geven en te beheren: de geavanceerde modus en de eenvoudige modus.

Standaard zult u de eenvoudige modus zien, die algoritmen groepeert aan de hand van de verwerking die zij uitvoeren. Hoewel enkele van de algoritmen die u in de Toolbox zult zien afhankelijk zijn van andere externe toepassingen (in feite; de meeste van hen zijn dat), zult u geen vermelding voor die toepassing zien. De herkomst van algoritmen wordt in deze modus verborgen, wat een facade is die het gebruiken van algoritmen door middel van het framework Processing vereenvoudigt.

Voorbeelden in deze gids gebruiken alleen de eenvoudige modus. De geavanceerde modus heeft enkele aanvullende mogelijkheden en algoritmen, maar het vereist kennis van de toepassingen die worden aangeroepen, dus dat is een meer gevorderd onderwerp. Sommige van deze meer geavanceerde ideeën worden geïntroduceerd in de laatste lessen van dit boek, maar voor de rest zullen we alleen de eenvoudige interface gebruiken.

U kunt wijzigen tussen de eenvoudige en de geavanceerde modus met behulp van de selectie in het onderste gedeelte van de Toolbox.

Het vak Toolbox, indien gebruikt in de geavanceerde modus, ziet er zo uit.

../../../_images/toolbox_advanced.png

Als u dit punt heeft bereikt bent u er klaar voor om geo-algoritmen te gebruiken. Er is op dit moment geen noodzaak om nog iets anders te configureren. We kunnen ons eerste algoritme al gaan uitvoeren, wat we ook zullen doen in de volgende les.